Dinsdag 28 april 2015 ~
Toen Boris een beetje begon met schoppen rond de 20e week, was hij vooral druk in de ochtenden. Dan werd ik wakker met getrappel in mijn buik en vond ik het moeilijk uit bed te komen, veel te gezellig die lieve kleine voetjes! Vanaf een week of 35 werd dat wat minder, het begon dan eigenlijk pas ergens in de middag en ’s avonds was hij het drukst. In de 39e week op maandag 27 april was hij ’s nachts ook zo vreselijk druk. Hij schopte flink en ik kreeg opeens een nare pijn in mijn buik. Daarna werd Boris rustig en zijn we in slaap gevallen. Dinsdag ochtend voelde ik hem niet, maar dat gebeurde dus wel vaker. Ik ging pas om een uur of elf uit bed en begon de dag langzaam. Na de middag ging ik aan de slag want mijn nesteldrang vond dat de wc toch wel weer erg vies was en ook wel wat nieuwe schilderijtjes kon gebruiken.
Doordat ik zo druk was lette ik niet erg op de bewegingen in mijn buik, maar ik vond het wel vreemd dat hij zo rustig was. Toen dat wat lang duurde werd ik een beetje onrustig. Om een uur of 17.00 zat ik op de bank en werd ik nog onrustiger. Ik voelde niets en werd bang. Ik vertelde het Ad en omdat ik me nog nooit zorgen had gemaakt namen we het allebei heel serieus. We waren ongerust en pakten de doppler erbij om naar zijn hartje te luisteren. We konden het altijd vinden maar nu niet. Het bleef stil, veel te stil…
Ik belde de verloskundige (Hanneke) en ze raadde me aan op bed te gaan liggen met een warme kruik. Ze vertelde dat ze er aan zou komen, dus ik ging op bed liggen en Ad maakte de kruik warm. Ad was ondertussen erg bang dat het écht mis was en ik raakte in een soort roes en hield mezelf voor dat het vast wel goed zou komen.
Toen Hanneke kwam voelde ze eerst aan mijn buik en probeerde daarna het hartje te vinden. Weer bleef het angstvallig stil… Ze zei dat ze zich ook zorgen maakte en dat we naar het ziekenhuis moesten. Ik denk dat ik vanaf hier langzaam in een soort shock raakte. Het was alsof ik zweefde en niet alles meer mee kreeg. We stapten in de auto en gingen naar het ziekenhuis. Ik bleef zeggen tegen mezelf dat het vast wel goed zou komen, en dat ze in het ziekenhuis het hartje heus wel zouden vinden. Ad vertelde me later dat hij het inmiddels al wist.
In het ziekenhuis werd het al snel duidelijk met een echo. Het hartje van Boris stond stil. Ik hoorde Ad snikken en hij zei dat ik moest kijken naar het echo apparaat. Maar ik wilde niet kijken. Dat kon ik niet! Toch keek ik uiteindelijk, ik kon niet anders. Wat ik zag was vreselijk! Mijn kleine baby met een hartje dat niet meer klopte… En beentjes en armpjes die niet meer bewogen… Onze lieve Boris was dood…
Ik schreeuwde en huilde, ik kon en wilde het niet geloven! Ad huilde met me mee. Onze lieve baby, hoe kon dit nou gebeuren! De tijd leek stil te staan en de aarde gestopt met draaien. Hoe moesten we dit nou doen! Dit konden we niet. Niet onze lieve baby verliezen, onze kleine Boris waar we zo graag voor wilde zorgen en nu al zoveel van hielden…
Na een kort gesprek moesten we naar huis. Zonder levende baby in mijn buik. Alsof dat zomaar kon! Natuurlijk kon het niet, maar het moest. Ik was in shock en staarde leeg voor me uit. Gek genoeg was ik wel heel helder, en wist ik precies wat er aan de hand was. Ad ook. Samen deden we wat we moesten doen.
Thuis vertelden we eerst het verdrietige nieuws aan Iris en Daan. Mijn lieve stiefkinderen en de grote broer en zus van Boris. Verschrikkelijk! Daarna moesten we het ook onze familie vertellen. Ik wilde graag zelf mij ouders en zusje bellen en dat is ook gelukt, al begrijp ik zelf niet meer goed hoe ik dat heb gedaan. Al heel gauw waren mijn ouders, broertjes, zusjes en wat vrienden bij ons. Verder weet ik niet veel meer. Ik weet niet meer precies wie er was en ook niet wat er gebeurde. Het schijnt dat ik niet veel heb gezegd die avond, en vooral voor me uit staarde. Ik heb amper gehuild en zei af en toe een paar noodzakelijke dingen.
Het was de bedoeling dat ik de donderdag erna zou bevallen, dus over twee dagen. Als ik of Ad iets anders wilden moesten we dat aangeven. Maar het zwanger zijn voelde ineens zo vreselijk naar. Zoveel ik er van genoot om Boris in mijn buik te voelen toen hij nog leefde, zo vreselijk vond ik het dat hij nu dood in mijn buik zat. Ik voelde het aan alles en je kon het ook zien. Zo’n afschuwelijk naar leeg gevoel heb ik nog nooit gehad. Ik wilde zo snel mogelijk bevallen.
En omdat ik het echt zeker wist en op één op andere manier toch rationeel kon blijven denken besloten Ad en ik dat we het ziekenhuis moesten bellen om te vragen of ik de volgende dag gelijk mocht bevallen. En dat kon, dus dat gingen we doen.
Toen iedereen weg was hebben we samen de kleertjes voor Boris uitgezocht. Zijn eerste pakje met sterretjes ging mee, en zijn knuffeltje. Alleen niet de maxi cosi, en ook niet zijn speentje en zijn jasje. Huilend pakte ik samen met Ad de spulletjes in.
Ik sliep die nacht met behulp van medicatie, zodat ik goed kon uitrusten. De volgende dag had ik tenslotte een zware taak te verrichten. De meest zware taak van mijn leven…