♡ Terug naar blogoverzicht

De weg van dood en leven

11 maart 2016

Schrijven helpt. Bijna altijd als ik heb geschreven krijg ik nieuwe inzichten en weer iets meer vrijheid in mijn hoofd. Het is soms ook zo ingewikkeld dat ik wel van alles denk en voel maar het gewoon niet altijd even goed begrijp of kan overzien. Als ik schrijf zet ik automatisch alles op een rijtje en aan het eind van een verhaal, dat er dan vanzelf weer is gekomen, heb ik wat meer rust, en vaak weer wat over mezelf geleerd.



Zo ook dit keer. Of eigenlijk heb ik nu niet zo zeer iets geleerd, maar meer de weg voor mezelf een beetje opengebroken die ik aan het bewandelen ben. Namelijk de weg naar het hebben van een dood en een levend kind. Een ingewikkeld pad met flink wat obstakels waar ik nu dus sinds drie dagen wat meer zicht op heb. Ik merk het omdat ik weer tranen heb laten stromen voor Boris, en al iets meer tijd heb besteed aan mijn groeiende buik.


Vannacht toen ik in bed lag en Ad al sliep, voelde ik mijn baarmoeder een beetje trekken. Die is nu natuurlijk flink aan het groeien, en ik begin het mooie gevoel weer te herkennen van een kindje in mijn buik. In het begin voelde ik zwangerschap vooral door de misselijkheid en wat andere vage kwaaltjes, maar ik begin nu ook langzaam weer te voelen dat ik wat draag. Ik vind het een heel fijn gevoel hoewel het ook tegelijk een soort heimwee geeft naar de tijd dat Boris bij me was. Maar vannacht had ik voor het eerst contact met ons tweede kindje. Natuurlijk nog niet echt want daarvoor is hij of zij nog veel te klein, maar ik merkte dat ik, toen ik mijn hand op mijn buik legde, bewust aan ons kindje dacht. Ik vond het fijn en voelde een warm gevoel van verlangen en liefde. Ik had het nog niet eerder gevoeld deze zwangerschap dus ik ben er erg blij mee.


Gisteren hebben we ons bed weer terug gezet in de positie zoals hij stond toen Boris bij ons was. We hadden de situatie even veranderd omdat Ad het lastig vond, en nu staat het weer zoals eerst omdat het ook gewoon praktisch is voor onze slaapkamer. Het lag weer prima, maar toch moest ik af en toe denken aan het wiegje dat naast mij op die plek stond. Alsof de film weer eventjes werd afgespeeld. Ik werd er niet verdrietig van, en heb kunnen genieten van ons tweede kindje, dus het is okee.


Of het nu het schrijven van mijn vorige verhaal is geweest of het feit dat het bed weer terug op zijn plek staat, vanochtend werd ik wakker met een knoop in mijn maag en heb ik vreselijk hard gehuild omdat ik mijn zoon zo mis. Misschien komt het ook wel juist doordat ik vannacht gevoelsmatig zo dicht bij ons tweede kindje was.

Hoe dan ook, het was een heftige huilbui. Eentje die uit mijn tenen kwam en die ik er bijna uit moest persen. Alsof de tranen van heel ver kwamen, en dat was denk ik ook zo. Het voelt nog niet echt als een opluchting dus er zal nog wel meer stromen de komende dagen, maar ik ben blij dat er weer een begin is en dat de leidingen weer open zijn.


Het is misschien gek maar als ik denk aan de bevalling in september (ik ga er maar ‘gewoon’ vanuit dat alles goed gaat) kan ik me bijna niet voorstellen dat ik een levend babytje op mijn borst krijg. Als ik denk aan kindje nummer twee, denk ik gewoon weer aan een heel stil, nog warm, rustig lijfje dat zijn of haar oogjes niet open doet. Het is het enige dat ik ken, en het was ook het allermooiste moment in mijn leven. Net als alle moeders kan ik me ook niet voorstellen dat ik net zoveel ga houden van deze kleine als dat ik van Boris doe, maar dat schijnt allemaal goed te komen als het zover is. Het lijkt me alleen zo vreemd dat hij of zij gaat bewegen, de oogjes open doet en waarschijnlijk heel veel lawaai gaat maken als het een beetje op mij lijkt. Ik kan het me bijna niet voorstellen en ik durf het ook niet echt, maar ik kijk er wel heel erg naar uit.


Het is fijn om te weten dat liefde vanzelf gaat. Ik weet dat ook echt heel zeker want tijdens de bevalling was ik zo bang dat ik niet van Boris zou kunnen houden, en niet zou voelen wat ik wilde voelen, maar het ging gewoon vanzelf. Het moment dat ik mijn mooie kleine ventje voor het eerst vasthield was fantastisch en ik vind het zo erg dat ik dat nooit meer kan doen.

Dat besefte ik me vanochtend ook eventjes extra goed. Ik zal ons tweede kindje kunnen vasthouden, maar Boris niet meer. Nooit meer. Voor áltijd nooit meer. En dat doet pijn. Ik voel me niet schuldig dat we nog een kindje krijgen maar het doet wel pijn dat we veel meer tijd met deze kleine kunnen doorbrengen dan met Boris. De tijd met Boris was veel te snel op en dat is heel erg verdrietig.


Daarom zal de weg van leven en dood nooit meer ophouden. Vanaf nu bewandel ik de weg met leven en dood. Eigenlijk doet iedereen dat natuurlijk in zekere zin, maar ik heb het nu van zo dichtbij gezien waardoor dood en leven ook letterlijk altijd voelbaar zijn. Gelukkig ben ik niet bang voor de dood. Vooral niet meer sinds ik Boris heb gezien, hij was zo prachtig mooi en hij straalde zo veel rust uit, niets om bang voor te zijn. Ik bewandel de weg vol goede moed en levenslust, en zal blijven vechten tegen de obstakels. Maar vooral zal ik proberen te genieten van alle mooie dingen die ik onderweg tegenkom. En het bordje met ‘einde Niemandsland’ lijkt ergens in de verte in zicht…



Deel deze blog via:

6 april 2025
Ik lig buiten in de schommelstoel en luister naar mijn meisje van acht die bij de buren speelt. Ik hoor haar lachen en genieten en geniet met haar mee van een afstandje. In gedachten ben ik ineens bij Boris. Zou hij met haar mee zijn gegaan om daar te spelen? Of was hij te verlegen en zou hij lekker bij mij in de tuin hebben gezeten met een filmpje of een stripboek, en ook hebben geluisterd naar zijn zusje. ‘Hoor je Babet ook lachen mam?’ Hoor ik hem zeggen in mijn gedachten... Ik zie hem ineens zitten in de oranje tuinstoel. Glashelder. Hij gaat staan en loopt richting mijn schommelstoel met een kleine glimlach, en zijn donkere haar met nog maar een paar korte krullen omdat hij ze niet meer zo lang wilde. Hij is tenslotte al bijna tien! Het beeld was er een paar seconden, verdween weer net zo snel, en ik probeer het terug te vinden zodat ik het verhaal in mijn hoofd verder kan volgen, maar het lukt niet meer, het is weg. Vaag zie ik het beeld nog voor me. Van Boris die die nu negen jaar had moeten zijn, in een spijkerbroek en een gestreept shirt met ik geloof een beetje rood erin. Ik zie lieve blauwe ogen die bij de zijkanten wat dichtvallen door het felle licht buiten. Dan pak ik snel mijn telefoon want ik wil het moment beschrijven. Ik wil de kleuren en zijn ogen niet vergeten. Het voelde zo dichtbij! Als een film of misschien als een glimp van een parallel universum, maar alsof het echt zo had kunnen zijn. Een stukje van Boris dat ik nooit heb kunnen zien maar waarvan ik eventjes een moment heb kunnen meemaken in dit kleine magische moment. En nu is het weg. Zoals hij ook al veel te lang weg is. En eigenlijk is hij niet weg, want hij leeft nog zo mooi in mijn hart en in mijn lijf, maar hij is wel te ver. Ik hoef zijn gestreepte shirt niet te wassen, zijn krullen niet in bedwang te houden en ik kan hem niet bij me op schoot trekken in de schommelstoel. Want ook al is hij bijna tien, dat had hij nog graag gedaan, lekker dicht bij mama, dat weet ik zeker. Inmiddels lopen de tranen over mijn wangen en heb ik het veel te koud buiten omdat de zon er niet meer is. Maar ik wil nog niet naar binnen omdat ik dit gevoel dat zo van mij is, niet kan delen. Dat durf ik niet maar het lukt ook niet. Die pijn zit te diep en ik zou het niet hardop kunnen zeggen. Schrijven is voor mij de enige manier. Als het verdriet en de wond van het losrukken en het gemis zo open liggen, dan ben ik het liefst alleen en zet de woorden die door me heen gaan op het digitale papier. Dus ik laat mijn tranen nog even wat drogen aan de wind. Dat mag ook, ik mag dit best alleen doen. Nog heel eventjes wachten, en dan ga ik weer naar binnen. Nog eventjes alleen met én zonder Boris…
20 maart 2025
De geuren buiten, de kleuren van de lucht en het beginnende groen, het licht dat weer verder naar binnen komt, de tekenen van de lente… Dag liefje, Langzaam voel ik jouw dagen wat dichterbij komen, mijn lieve lentekind. Naar die dagen in april, waarop ik je kreeg en tegelijk verloor. Naar de ene dag waarop licht en donker tegelijk zo sterk aanwezig waren. De dag waarop de liefde won van die allergemeenste dood. Dus denk ik even weer wat vaker aan je, met mijn hand op mijn buik, in de zachte lieve lentewind… Liefs van mama
4 maart 2025
‘Mama zullen we in de kist van Boris kijken vanmiddag? Het is al een tijdje geleden en ik ben het een beetje vergeten hoe het ook al weer was’. Ik denk er kort over na en zeg; ‘Dat is goed lieverd, vandaag wil ik dat wel’. Ze vroeg het al vaker de laatste tijd, maar na een paar keer ‘nee’ als antwoord te hebben gegeven voelt het nu als een prima moment. ‘Waarom vind je dat heftig mam?’. Ik antwoord: ‘Omdat ik er soms verdrietig van wordt om de spulletjes van Boris te zien, omdat hij dood is en ik hem mis’. Ze zegt; ‘Dat is helemaal niet erg mam, dan ga ik je gewoon troosten met een heleboel kusjes en knuffels’. De kist is oude scheepskist van hout die al een paar jaar op onze kamer staat, gevuld met herinneringen aan Boris. Hij staat er sinds de zwangerschap van Babet. Het kamertje van Boris moest worden aangepast voor haar, een ingewikkelde proces waar ik ruim de tijd voor nam, en veel van zijn spulletjes kregen een mooie plek in deze kist. In het begin keek ik er regelmatig in, de behoefte was toen nog heel groot en ik had het nodig om zijn kleertjes te voelen, te bekijken en te ruiken. Zijn kleertjes droegen in het begin nog zijn geur, en ik heb ze destijds in een afgelosten plastic zak gedaan in de hoop dat zijn geur zo lang mogelijk zou blijven. Dit is best goed gelukt, maar de tijd heeft het logischerwijs steeds meer doen vervagen. En vandaag duiken Babet en ik samen de kist in. Ik probeer er zo open en rustig mogelijk in te staan, dit moment is even voor haar. Babet is erg enthousiast en zodra de kist openstaat haalt ze er van alles uit. Ze praat honderd uit en ik probeer het ondertussen niet vervelend te vinden dat het niet op ‘mijn’ manier gaat. Alles gaat op zijn kop, en van mijn zorgvuldig gesorteerde kist is weinig meer over. Het doet er eigenlijk weinig toe als je er over nadenkt, maar als het om Boris gaat, doet álles er voor mij toe. Maar, het lukt me dit naast me neer te leggen, en ik laat haar begaan. We bekijken zijn kleertjes die hij niet aan heeft gehad en het speelgoed waar hij nooit mee speelde. We bestuderen samen zijn foto’s en belanden tussen al zijn spulletjes langzaam even in onze eigen wereld. Ik pak zijn kleertjes die hij wél aan heeft gehad uit het speciale zakje en probeer de geur tevergeefs op te snuiven. Alles wat er over bleef is de geur van katoen en de, volgens Babet ouderwetse, geur van de scheepskist. Dan pak ik zijn sokjes, daar waar zijn geur het meest intens was. Heel even denk ik tóch iets te ruiken. Ik weet niet of het alleen mijn herinnering was, hoogstwaarschijnlijk wel, maar heel even was ik daar. Zijn voetjes, zijn lijfje, zijn aanwezigheid. Heel eventjes, ben ik weg, heel even, ben ik bij hem… Babet ziet het aan me en haalt me uit mijn trance met haar woorden; ‘Ik voel je mam, ik voel je echt…’. En waar ik op het punt stond om te breken, zag ik mijn meisje met waterige ogen naar me kijken. ‘Kom maar liefje’ zeg ik, en ik trek haar op schoot tussen de spulletjes van Boris. Ze huilt eventjes en kruipt dicht tegen me aan. ‘Ik wil gewoon niet dat we hem kwijt zijn en ik vind het stom dat mijn boertje er niet is’. Eventjes blijven we zo zitten samen. Een paar minuutjes later ruimen we alles weer op. Ze vraagt of ze een klein knuffeltje mag hebben uit de kist, eentje die een tijdje op zijn grafje heeft gelegen. Ik vind het goed en ze is dolblij met een klein stukje van hem. Ik kijk naar mijn grote kleine meisje en voel heel veel tegelijk. Gemis om Boris, trots op mijn achtjarige krullebol, maar vooral heel veel liefde voor mijn kinderen… 
14 december 2024
Ik doe zo mijn best om het klein te houden. Om alleen belangrijk te vinden, dat wat ook echt belangrijk is. Samen zijn, kusjes van mijn meisje, uit kijken naar kerst met ons gezin. Herinneringen maken, herinneringen eren. Kaarsjes aan, lief zijn. Ik doe zo mijn best om het klein te houden maar het lukt me niet altijd. Mijn bedrijf run ik nog steeds alleen en dat is veel, de sociale ballen die er altijd zijn vragen ook veel. Maar ik wil het kleinhouden, ik móet het klein houden, anders stroomt het over. Dan stroom ik over en dat is eigenlijk al te vaak gebeurt. Vlak na Boris stond ik zo dicht bij mezelf, voelde ik wat er echt van binnen speelde en kon ik grenzen aangeven waar nodig. Nu moet ik dagelijks terug naar dat plekje om weer te voelen waar het om draait. Het leven heeft zijn hectiek weer in volle gang over genomen, en het lijkt steeds moeilijker hier weer naar terug te gaan. Maar ik weet ook, bewustwording is de eerste stap, in die zin heb ik een flinke hore genomen. En richting kerst zoek ik weer het kleine op. In het geven van liefde en het ontvangen, want dat is wat het is. Kleine gebaren met grootse betekenissen, elke dag weer. Klein maar oh zo fijn! Nú is het moment, nú is waar het om draait, nú is waar je het verschil kunt maken. Wij houden het ook graag letterlijk klein met kerst. Samen zijn, lief zijn. Kerstboom optuigen, kadootjes uitpakken in pyama's, lekker eten, even wandelen en films kijken. En verder niets. Boris is er bij, zoals altijd, op zijn eigen manier. We steken kaarsjes aan, eentje extra voor hem, en soms pak ik even zijn vosje, vooral in de nacht. Ook voor hem houden we het klein, de liefde is er toch wel, die gaat echt nooit meer weg...
10 december 2024
De dagen vliegen voorbij en we komen steeds dichterbij kerst. Er belanden steeds mee kadootjes onder de kerstboom en we zijn al druk aan het verzinnen wat we gaan eten deze dagen. Babet vroeg of we nog een kadootje voor Boris onder de boom gaan leggen. Eigenlijk had ik voor mezelf bedacht dat het dit jaar niet hoeft, maar misschien is het toch fijn om hem toch iets te kunnen brengen met kerst. Natuurlijk steken we altijd een kaarsje voor hem aan bij ons thuis en bij zijn grafje, en ik denk dat ik met Babet een knuffel ga uitzoeken die we dan ook bij zijn grafje kunnen brengen. Het gemis is niet perse groter met kerst, het gemis is er namelijk altijd en is naast mijn liefde voor hem verweven in mijn leven. De lege plek is is tijdens feestdagen en fanilie momenten wel wat groter en ik denk wat vaker aan hem deze dagen. Dan ben ik zo benieuwd naar of hij ons nog kan zien. Zijn kleine zusje die een knuffel bij zijn grafje brengt of de kaarsjes en lichtjes die voor hem branden. “Ben je er nog liefje? En kun je ons ook zien? Ik hoop dat het mooi en fijn is waar je bent, en dat ik ooit weer bij je kan. Dat ik je weer vast kan houden en dat we dan voor eeuwig samen zijn! Voor nu denk ik je dichtbij ons, en voel ik onze liefde sterker dan ooit…”
4 oktober 2024
Zomaar, op een avond, omdat herinneringen en pijn nou eenmaal zo werken. "Voordat ik ga slapen kijk ik nog even bij mijn kleine meisje. Ik geef haar een kus op haar wang en vertel haar zachtjes hoeveel ik van haar hou. Ik strijk over haar voorhoofdje en ineens ben ik daar. Ik voel hem. Zijn hoofdje en zijn neusje. Ze lijken zo op elkaar en voelen nog steeds hetzelfde. Hun zachte lieve huid en de manier waarop hun oogjes dichtgaan. Zo lief, zo mooi en zo van mij. Ik voel haar elke dag, maar hem ook nog steeds. Hij zit in mij, hij lééft in mij. Zijn leven begon tenslotte in mijn lijf, maar het eindigde daar ook. Hij is met elke vezel van mij verbonden, en dat zal altijd zo zijn. Als onderdeel van mij, in mijn hart én in mijn lijf, neem ik hem voor altijd met me mee…"
Meer blogs weergeven...
Share by: