♡ Terug naar blogoverzicht

Niemandsland

8 maart 2016

Prachtig nieuws! We verwachten een tweede kindje… Nu al weer 12 weken zit er een heel klein mini-mensje te groeien in mijn buik. In september ben ik uitgeteld en alles gaat goed ondanks dat ik af en toe vreselijk ziek ben. Maar dat hoort er nou eenmaal bij en natuurlijk neem ik dat gewoon voor lief. We krijgen extra echo’s en in het ziekenhuis zijn ze heel lief voor ons. Ook onze familie en vrienden zijn erg blij alhoewel ik soms het idee heb dat ze het af en toe nog spannender vinden dan wijzelf. En dat snap ik best.


Eind vorig jaar besloten we dat we er weer klaar voor waren. Mijn lijf was weer goed hersteld van de zwangerschap van Boris en ook mentaal voelde het moment goed. Ik wilde heel graag klaar zijn voor het moment, en weer sterk genoeg in mijn schoenen staan voor een nieuwe zwangerschap. Ik wist dat ik, als ik te snel zou gaan, het té spannend zou vinden en me te veel zou laten lijden door angst. En het lijkt inderdaad een goed moment want met de spanning valt het mee. Natuurlijk is het anders en vinden we het soms een beetje eng, maar het valt mee. 

Af en toe is er een moment dat het even heel zwaar is, vooral voor mij, maar dan hebben we er al vaak snel weer vertrouwen in dat het allemaal goed zit. En waarom zouden we ook bang zijn? Boris was een gezond ventje en we hebben dus geen redenen om angst te hebben voor herhaling. Natuurlijk kan er altijd bij elke zwangerschap iets mis gaan, maar we moeten erop vertrouwen dit kindje levend ter wereld komt. Vertrouwen in het leven is lastig als je zoveel verdriet hebt gehad, maar het is wel nodig om weer verder te gaan. 


Maar het is niet altijd even makkelijk! Bij de laatste echo voelden we allebei, een paar hele lange nare en trage seconden, een venijnige angst… We zagen een beeld van een niet bewegend mini-lijfje en het bleef maar stil liggen… Al gauw ging het geluid aan en hoorden we een prachtig hartje, gelukkig lag ons kindje dus gewoon heerlijk te slapen. Maar die eerste paar seconden waren vreselijk, heel even waren we bang dat we het kindje kwijt waren. En dat is logisch, we kunnen er nou eenmaal niet omheen dat er momenten van angst zullen zijn.


Maar zoals ik al zei, we hebben besloten ons niet door angst te laten lijden. We willen net zo van deze zwangerschap genieten als van die van Boris. We hadden maar zo weinig tijd met hem, maar alle tijd die we hadden was heerlijk. Een zwangerschap en het groeien van zo’n klein mensje is een wonder en een prachtig iets. Daar mogen we nu weer van genieten en dat zijn we dus ook zeker van plan!


Waar ik dacht dat de spanning het grootste obstakel zou zijn, is voor mij nu het genieten helaas het meest lastig. Sinds ik weet dat ik zwanger ben, ben ik vooral in de war en heb ik geen woord meer op papier gekregen. Waar normaal sinds Boris de woorden op papier vliegen lukt het me nu niet, want ik weet het even niet meer. Ik weet niet wat ik voel en ik weet ook niet meer zo goed hoe het moet om echt te voelen. Het is alsof mijn hart even pauze heeft genomen en ik in een soort niemandsland verkeer. Ik voel geen blijdschap omdat er teveel verdriet is, en ik voel geen verdriet omdat er ook blijdschap is. 


Misschien is het niet erg en is het wel eventjes fijn of goed om niet het hele diepe verdriet te voelen, maar gek genoeg verlang ik ernaar. Ik wil graag weer eventjes heel hard huilen omdat ik mijn zoon zo vreselijk mis. Op zo’n diep moment ben ik het dichtst bij hem en dat is gek genoeg heel fijn. Ik denk elke dag aan hem maar het diepste diep van mijn hart lijkt eventjes op slot. 


Daarnaast wil ik ook zo graag blij zijn met het kindje dat nu in mijn buik zit. En ook al ben ik natuurlijk echt heel erg blij, het lukt me niet om het intens te voelen. Ik doe wel mijn best door lekker op internet te struinen naar babydingetjes maar soms is het net of iemand anders dan ik al die schattige spulletjes bekijkt.

Verdriet en geluk kunnen naast elkaar bestaan schijnt, maar waarom lukt het me nu dan niet? Ik weet niet hoe ik ermee moet omgaan en ik raak er erg van in de war. Misschien moet ik mezelf ook wel de tijd gunnen. Hoe kan het ook anders dan dat het moeilijk is te bevatten? Mijn eerste kindje is dood en mijn tweede kindje zit in mijn buik en is druk aan het groeien en springlevend. Ik ben moeder van twee kinderen maar ze zijn allebei niet hier. Ik voel me gevangen in een wereld tussen leven en dood, in een wereld tussen blijdschap en verdriet. Het maakt dat ik me leeg voel en moe, slenterend door het niemandsland waar het leven me tijdelijk in heeft gedrukt.


Tenminste daar ga ik vanuit, dat het tijdelijk is. En terwijl ik dit schrijf beginnen de tranen die ik soms zo mis toch te stromen. Misschien is het een begin dat ik toch maar weer ben gaan zitten om te schrijven. Ik weet dat het mogelijk is om blij te zijn terwijl er verdriet is want dat heb ik geleerd in het afgelopen jaar, daarom heb ik er ook wel vertrouwen in dat het weer goed komt.


Waar ik nog méér op vertrouw is dat mijn hart groot genoeg is voor deze twee kindjes en natuurlijk mijn andere twee grote bonuskinderen waar ik zo trots op ben. Liefde zal er voor zorgen dat het goed komt. Dat ik heel hard kan blijven huilen om het gemis van mijn lieve Boris, en heel erg kan genieten van het lieve kindje dat nu in mijn buik groeit. En samen met Ad kan ik álles aan.


Maar voor nu ben ik nog even in de war. Wandel ik nog even door het niemandsland waar leven en dood niet lijken te bestaan. Gelukkig loopt Ad naast me. Ik hoop daar niemand tegen te komen want het is er echt niet zoveel aan…



Deel deze blog via:

6 april 2025
Ik lig buiten in de schommelstoel en luister naar mijn meisje van acht die bij de buren speelt. Ik hoor haar lachen en genieten en geniet met haar mee van een afstandje. In gedachten ben ik ineens bij Boris. Zou hij met haar mee zijn gegaan om daar te spelen? Of was hij te verlegen en zou hij lekker bij mij in de tuin hebben gezeten met een filmpje of een stripboek, en ook hebben geluisterd naar zijn zusje. ‘Hoor je Babet ook lachen mam?’ Hoor ik hem zeggen in mijn gedachten... Ik zie hem ineens zitten in de oranje tuinstoel. Glashelder. Hij gaat staan en loopt richting mijn schommelstoel met een kleine glimlach, en zijn donkere haar met nog maar een paar korte krullen omdat hij ze niet meer zo lang wilde. Hij is tenslotte al bijna tien! Het beeld was er een paar seconden, verdween weer net zo snel, en ik probeer het terug te vinden zodat ik het verhaal in mijn hoofd verder kan volgen, maar het lukt niet meer, het is weg. Vaag zie ik het beeld nog voor me. Van Boris die die nu negen jaar had moeten zijn, in een spijkerbroek en een gestreept shirt met ik geloof een beetje rood erin. Ik zie lieve blauwe ogen die bij de zijkanten wat dichtvallen door het felle licht buiten. Dan pak ik snel mijn telefoon want ik wil het moment beschrijven. Ik wil de kleuren en zijn ogen niet vergeten. Het voelde zo dichtbij! Als een film of misschien als een glimp van een parallel universum, maar alsof het echt zo had kunnen zijn. Een stukje van Boris dat ik nooit heb kunnen zien maar waarvan ik eventjes een moment heb kunnen meemaken in dit kleine magische moment. En nu is het weg. Zoals hij ook al veel te lang weg is. En eigenlijk is hij niet weg, want hij leeft nog zo mooi in mijn hart en in mijn lijf, maar hij is wel te ver. Ik hoef zijn gestreepte shirt niet te wassen, zijn krullen niet in bedwang te houden en ik kan hem niet bij me op schoot trekken in de schommelstoel. Want ook al is hij bijna tien, dat had hij nog graag gedaan, lekker dicht bij mama, dat weet ik zeker. Inmiddels lopen de tranen over mijn wangen en heb ik het veel te koud buiten omdat de zon er niet meer is. Maar ik wil nog niet naar binnen omdat ik dit gevoel dat zo van mij is, niet kan delen. Dat durf ik niet maar het lukt ook niet. Die pijn zit te diep en ik zou het niet hardop kunnen zeggen. Schrijven is voor mij de enige manier. Als het verdriet en de wond van het losrukken en het gemis zo open liggen, dan ben ik het liefst alleen en zet de woorden die door me heen gaan op het digitale papier. Dus ik laat mijn tranen nog even wat drogen aan de wind. Dat mag ook, ik mag dit best alleen doen. Nog heel eventjes wachten, en dan ga ik weer naar binnen. Nog eventjes alleen met én zonder Boris…
20 maart 2025
De geuren buiten, de kleuren van de lucht en het beginnende groen, het licht dat weer verder naar binnen komt, de tekenen van de lente… Dag liefje, Langzaam voel ik jouw dagen wat dichterbij komen, mijn lieve lentekind. Naar die dagen in april, waarop ik je kreeg en tegelijk verloor. Naar de ene dag waarop licht en donker tegelijk zo sterk aanwezig waren. De dag waarop de liefde won van die allergemeenste dood. Dus denk ik even weer wat vaker aan je, met mijn hand op mijn buik, in de zachte lieve lentewind… Liefs van mama
4 maart 2025
‘Mama zullen we in de kist van Boris kijken vanmiddag? Het is al een tijdje geleden en ik ben het een beetje vergeten hoe het ook al weer was’. Ik denk er kort over na en zeg; ‘Dat is goed lieverd, vandaag wil ik dat wel’. Ze vroeg het al vaker de laatste tijd, maar na een paar keer ‘nee’ als antwoord te hebben gegeven voelt het nu als een prima moment. ‘Waarom vind je dat heftig mam?’. Ik antwoord: ‘Omdat ik er soms verdrietig van wordt om de spulletjes van Boris te zien, omdat hij dood is en ik hem mis’. Ze zegt; ‘Dat is helemaal niet erg mam, dan ga ik je gewoon troosten met een heleboel kusjes en knuffels’. De kist is oude scheepskist van hout die al een paar jaar op onze kamer staat, gevuld met herinneringen aan Boris. Hij staat er sinds de zwangerschap van Babet. Het kamertje van Boris moest worden aangepast voor haar, een ingewikkelde proces waar ik ruim de tijd voor nam, en veel van zijn spulletjes kregen een mooie plek in deze kist. In het begin keek ik er regelmatig in, de behoefte was toen nog heel groot en ik had het nodig om zijn kleertjes te voelen, te bekijken en te ruiken. Zijn kleertjes droegen in het begin nog zijn geur, en ik heb ze destijds in een afgelosten plastic zak gedaan in de hoop dat zijn geur zo lang mogelijk zou blijven. Dit is best goed gelukt, maar de tijd heeft het logischerwijs steeds meer doen vervagen. En vandaag duiken Babet en ik samen de kist in. Ik probeer er zo open en rustig mogelijk in te staan, dit moment is even voor haar. Babet is erg enthousiast en zodra de kist openstaat haalt ze er van alles uit. Ze praat honderd uit en ik probeer het ondertussen niet vervelend te vinden dat het niet op ‘mijn’ manier gaat. Alles gaat op zijn kop, en van mijn zorgvuldig gesorteerde kist is weinig meer over. Het doet er eigenlijk weinig toe als je er over nadenkt, maar als het om Boris gaat, doet álles er voor mij toe. Maar, het lukt me dit naast me neer te leggen, en ik laat haar begaan. We bekijken zijn kleertjes die hij niet aan heeft gehad en het speelgoed waar hij nooit mee speelde. We bestuderen samen zijn foto’s en belanden tussen al zijn spulletjes langzaam even in onze eigen wereld. Ik pak zijn kleertjes die hij wél aan heeft gehad uit het speciale zakje en probeer de geur tevergeefs op te snuiven. Alles wat er over bleef is de geur van katoen en de, volgens Babet ouderwetse, geur van de scheepskist. Dan pak ik zijn sokjes, daar waar zijn geur het meest intens was. Heel even denk ik tóch iets te ruiken. Ik weet niet of het alleen mijn herinnering was, hoogstwaarschijnlijk wel, maar heel even was ik daar. Zijn voetjes, zijn lijfje, zijn aanwezigheid. Heel eventjes, ben ik weg, heel even, ben ik bij hem… Babet ziet het aan me en haalt me uit mijn trance met haar woorden; ‘Ik voel je mam, ik voel je echt…’. En waar ik op het punt stond om te breken, zag ik mijn meisje met waterige ogen naar me kijken. ‘Kom maar liefje’ zeg ik, en ik trek haar op schoot tussen de spulletjes van Boris. Ze huilt eventjes en kruipt dicht tegen me aan. ‘Ik wil gewoon niet dat we hem kwijt zijn en ik vind het stom dat mijn boertje er niet is’. Eventjes blijven we zo zitten samen. Een paar minuutjes later ruimen we alles weer op. Ze vraagt of ze een klein knuffeltje mag hebben uit de kist, eentje die een tijdje op zijn grafje heeft gelegen. Ik vind het goed en ze is dolblij met een klein stukje van hem. Ik kijk naar mijn grote kleine meisje en voel heel veel tegelijk. Gemis om Boris, trots op mijn achtjarige krullebol, maar vooral heel veel liefde voor mijn kinderen… 
14 december 2024
Ik doe zo mijn best om het klein te houden. Om alleen belangrijk te vinden, dat wat ook echt belangrijk is. Samen zijn, kusjes van mijn meisje, uit kijken naar kerst met ons gezin. Herinneringen maken, herinneringen eren. Kaarsjes aan, lief zijn. Ik doe zo mijn best om het klein te houden maar het lukt me niet altijd. Mijn bedrijf run ik nog steeds alleen en dat is veel, de sociale ballen die er altijd zijn vragen ook veel. Maar ik wil het kleinhouden, ik móet het klein houden, anders stroomt het over. Dan stroom ik over en dat is eigenlijk al te vaak gebeurt. Vlak na Boris stond ik zo dicht bij mezelf, voelde ik wat er echt van binnen speelde en kon ik grenzen aangeven waar nodig. Nu moet ik dagelijks terug naar dat plekje om weer te voelen waar het om draait. Het leven heeft zijn hectiek weer in volle gang over genomen, en het lijkt steeds moeilijker hier weer naar terug te gaan. Maar ik weet ook, bewustwording is de eerste stap, in die zin heb ik een flinke hore genomen. En richting kerst zoek ik weer het kleine op. In het geven van liefde en het ontvangen, want dat is wat het is. Kleine gebaren met grootse betekenissen, elke dag weer. Klein maar oh zo fijn! Nú is het moment, nú is waar het om draait, nú is waar je het verschil kunt maken. Wij houden het ook graag letterlijk klein met kerst. Samen zijn, lief zijn. Kerstboom optuigen, kadootjes uitpakken in pyama's, lekker eten, even wandelen en films kijken. En verder niets. Boris is er bij, zoals altijd, op zijn eigen manier. We steken kaarsjes aan, eentje extra voor hem, en soms pak ik even zijn vosje, vooral in de nacht. Ook voor hem houden we het klein, de liefde is er toch wel, die gaat echt nooit meer weg...
10 december 2024
De dagen vliegen voorbij en we komen steeds dichterbij kerst. Er belanden steeds mee kadootjes onder de kerstboom en we zijn al druk aan het verzinnen wat we gaan eten deze dagen. Babet vroeg of we nog een kadootje voor Boris onder de boom gaan leggen. Eigenlijk had ik voor mezelf bedacht dat het dit jaar niet hoeft, maar misschien is het toch fijn om hem toch iets te kunnen brengen met kerst. Natuurlijk steken we altijd een kaarsje voor hem aan bij ons thuis en bij zijn grafje, en ik denk dat ik met Babet een knuffel ga uitzoeken die we dan ook bij zijn grafje kunnen brengen. Het gemis is niet perse groter met kerst, het gemis is er namelijk altijd en is naast mijn liefde voor hem verweven in mijn leven. De lege plek is is tijdens feestdagen en fanilie momenten wel wat groter en ik denk wat vaker aan hem deze dagen. Dan ben ik zo benieuwd naar of hij ons nog kan zien. Zijn kleine zusje die een knuffel bij zijn grafje brengt of de kaarsjes en lichtjes die voor hem branden. “Ben je er nog liefje? En kun je ons ook zien? Ik hoop dat het mooi en fijn is waar je bent, en dat ik ooit weer bij je kan. Dat ik je weer vast kan houden en dat we dan voor eeuwig samen zijn! Voor nu denk ik je dichtbij ons, en voel ik onze liefde sterker dan ooit…”
4 oktober 2024
Zomaar, op een avond, omdat herinneringen en pijn nou eenmaal zo werken. "Voordat ik ga slapen kijk ik nog even bij mijn kleine meisje. Ik geef haar een kus op haar wang en vertel haar zachtjes hoeveel ik van haar hou. Ik strijk over haar voorhoofdje en ineens ben ik daar. Ik voel hem. Zijn hoofdje en zijn neusje. Ze lijken zo op elkaar en voelen nog steeds hetzelfde. Hun zachte lieve huid en de manier waarop hun oogjes dichtgaan. Zo lief, zo mooi en zo van mij. Ik voel haar elke dag, maar hem ook nog steeds. Hij zit in mij, hij lééft in mij. Zijn leven begon tenslotte in mijn lijf, maar het eindigde daar ook. Hij is met elke vezel van mij verbonden, en dat zal altijd zo zijn. Als onderdeel van mij, in mijn hart én in mijn lijf, neem ik hem voor altijd met me mee…"
Meer blogs weergeven...
Share by: