Het leven zomaar weer beginnen bleek toch niet zo gemakkelijk. Het besluit nemen om maar weer verder te gaan zoals vóór Boris was iets te ambitieus. Zoals ik al schreef; ‘Ik ben nog maar pas gebroken’. Dus hoe kan ik dan van mezelf verwachten dat ik zomaar ineens weer verder kan?
En dat hoeft ook niet. Ik vul mijn dagen steeds meer zoals het eerder was, maar ik ben wel vaker lief voor mezelf. Ik ben vaak zo vreselijk moe dat ik soms nog wel eens uitslaap of een middagdutje doe. Gelukkig werkt Ad thuis dus hij is altijd bij me, en als ik hem nodig heb kruipt hij even naast me op de bank. Dus nu heb ik besloten niets meer te besluiten. Mijn perfectionistische ik zal gewoon maar even geduld met me moeten hebben en dan komt het allemaal vanzelf wel weer.
Toen we op 28 april hoorden dat Boris niet meer leefde had ik niet gedacht dat we nu alweer zouden staan waar we staan. Ik dacht echt dat het nooit meer goed zou komen en dat ons leven voorgoed stuk zou zijn. Gelukkig vonden we al heel gauw de kracht om daar tegen de vechten en besloten we juist voor Boris ons leven nóg mooier te maken, maar heel vaak wist ik echt niet hoe. En hoe vastberaden ik ook was om het verlies van mijn lieve zoon mij niet tot een verbitterde vrouw te laten worden, ik was zo bang dat ik nooit meer gelukkig zou kunnen zijn.
Een paar weken voordat Boris overleed voelde ik me intens gelukkig. Ik heb in mijn leven al best eens wat moeten strijden, maar ik was op een punt in mijn leven samen met Ad beland, dat we oprecht heel erg gelukkig waren met alles wat we hebben. We voelden ons gezegend met ons werk, ons gezin, onze vrienden en familie, en natuurlijk met de komst van Boris. Het was zo’n fantastisch mooie tijd dat ik er verdrietig van word dat het nu niet meer zo is. Ik mis het gevoel van onbevangen gelukkig zijn, en dat doet me pijn.
Nu is alles anders. Onbevangen gelukkig zijn kan nooit meer, want dat is stuk gegaan toen Boris overleed, maar kunnen we wel weer gewoon gelukkig zijn? Deze vraag hield me al een flinke tijd bezig, maar de laatste paar dagen heb ik geleerd dat het wel weer kan. Er zijn een paar kleine momenten geweest dat ik er even heel dichtbij was. Het lukt nog niet om het helemaal te voelen, want daarvoor is het nog te vroeg, maar dat ik het al bijna weer kan aanraken geeft me rust en hoop voor de toekomst. De tranen stromen over mijn wangen op dit moment, want hoe kan ik nu ooit weer gelukkig worden als mijn zoon niet meer leeft? Af en toe voel ik me daar eventjes schuldig om, maar dat is vaak al gauw weer weg. Want ik weet dat Boris juist wil dat we gelukkig zijn, en eerlijk gezegd kan ik niet wachten tot het weer zo ver is.
Wat heel fijn is, is dat het steeds vaker lukt om aan Boris te denken zonder al te veel verdriet. In het begin was alles omtrent Boris gekoppeld aan verdriet. Natuurlijk ook heel veel liefde en trots, maar toch vooral ook veel verdriet. Het lukt ons steeds beter om het verdriet van het gemis los te koppelen van Boris. We zijn verdrietig om dat hij er niet meer is, maar niet omdat hij er is geweest. Ik zou alles zo weer over doen, en door dezelfde hel gaan, want ik had mijn zoon nooit willen missen. Hij heeft mij moeder gemaakt en Ad en mij onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Hij is het allermooist dat we ooit kregen en zagen.
Het klink misschien vreemd, maar Boris was zo prachtig mooi dat hij bijna heilig was. Hij lag zo sereen en volmaakt in zijn wiegje, ik denk niet dat er iets mooiers bestaat. Hij leefde niet en dat is verschrikkelijk, maar juist doordat hij niet leefde was hij zo prachtig. Hij stierf in mijn buik, ik denk de mooiste plek ter wereld; bij je moeder, lekker warm met alleen maar liefde. En zo kwam hij ter wereld, met alleen maar liefde, warmte en perfectie. Geen ziekte, geen dorst en honger, geen angst en geen verdriet. Alleen maar liefde. En dat kon je zien! Gek genoeg voelen we ons bevoorrecht dat we dit mooie stukje van het “leven” hebben mogen zien. Natuurlijk hebben we er alles voor over om hem bij ons te hebben, maar wat we hebben gezien is echt een wonder. Onze Boris is het mooiste wonder van de wereld, en dat zal hij altijd blijven.
Ik weet nu dat we dit moois voor altijd met ons mee zullen dragen, en dat geeft me nog meer vertrouwen voor de toekomst. Boris heeft ervoor gezorgd dat we dichter bij onszelf en elkaar blijven en heeft ons geleerd dat het altijd weer licht wordt, ook al is het soms zo akelig donker.
En tot het weer écht licht wordt blijven we gewoon maar verder leven. Proberen we zoveel mogelijk te genieten van alles dat er wél is, zijn we soms nog steeds erg verdrietig, maar zullen we steeds weer een beetje dichterbij ‘gelukkig zijn’ komen.
Gelukkig maar…
★