Ik was net op het kamertje van Boris, ik mis hem heel erg vandaag. Maandag schreef ik dat het beter gaat en soms zelfs goed. Dat is ook zo, maar het missen blijft. En dat is maar goed ook want zo heb ik hem dichtbij me.
Op zijn kamertje staat zijn wiegje, het wiegje waarin Boris lag toen hij bij ons was. Zijn dekentje ligt er nog in, en ook zijn eerste pakje heb ik er zorgvuldig ingelegd. Ik heb het netjes in een lakentje gevouwen. Het lakentje dat over hem heen lag als we eventjes niet bij hem waren. Daar omheen zit de omslagdoek die mijn moeder voor Boris maakte, en daarbovenop ligt een klein Nijntje spuugdoekje dat we gebruikten om zijn armpje te ondersteunen. Als laatste leg ik altijd de deken eroverheen, alsof ik zijn kleertjes even lekker instop zoals ik bij Boris ook zou hebben gedaan.
Ik kom niet vaak op zijn kamertje. Meestal niet eens elke week. En als ik er kom pak ik ook niet altijd zijn kleertjes. Vandaag wel, omdat het missen zo vreselijk erg is. Boris is al een half jaar niet meer bij ons, maar zijn kleertjes ruiken nog steeds naar hem. Ik heb het blijkbaar zo goed ingestopt dat de geur best goed bewaard blijft. Het ruikt echt heerlijk en het brengt me altijd weer even heel dicht bij het moment dat ik hem vasthield…
Soms ben ik bang voor het moment dat ik de kleertjes pak en zijn geur niet meer ruik. Ik word al verdrietig van het idee. Ik heb nog steeds elke nacht het vosje van Boris bij me in bed, vaak heb ik het vast als ik in als ik in slaap val en anders ligt het tussen ons in. Laatst was ik voor de eerste keer het vosje vergeten mee te nemen naar bed. Ik schrok en rende naar beneden om het vosje alsnog te pakken, maar hij lag er niet. Ik raakte in paniek en heb het hele huis doorgezocht. Ik moest het vinden! Uiteindelijk ging ik huilend weer naar bed zonder het vosje en toen ik tegen Ad aan kroop voelde ik dat het vosje onder zijn rug lag. Ik was het dus helemaal niet vergeten… Ik was natuurlijk enorm opgelucht maar ik was ook geschrokken van mijn reactie. Ik hou me zo vast aan de kleine dingen die ik nog van Boris heb zoals de geur van zijn kleertjes en zijn vosje, dat ik niet weet wat ik zonder zou moeten. Het is het enige dat ik heb en dat wil ik dichtbij me houden. Ik heb hierna besloten het vosje niet meer mee naar buiten te nemen, ik ben veel te bang dat ik het écht een keertje kwijtraak.
Als ik in het kamertje van Boris ben, denk ik inmiddels niet meer alleen aan Boris. Ik denk ook af en toe aan een tweede kindje. Ik merk dat ik er steeds meer voor durf open te staan en probeer me voor te stellen hoe het zou zijn. Het liefst zou ik het kamertje zo houden en een extra kamertje toveren in ons huis voor een broertje of zusje, maar dat kan natuurlijk niet. Daarnaast zullen we ook niet voor eeuwig in dit huis blijven wonen dus ik zal uiteindelijk toch afscheid moeten nemen van het kamertje van Boris.
Ik weet al dat ik sommige dingen hetzelfde zal laten. Zoals de muren, de vloer, de meubeltjes en de lamp. Het is een prachtige kamertje geworden waar ik nog steeds heel trots op ben en dat blijft zo. Maar sommige dingen zijn alleen van Boris. Die heb ik special voor hem uitgekozen net zoals ik bij een tweede kindje ook weer speciaal spulletjes zal aanschaffen voor hem of haar.
Ik kan me niet voorstellen dat ik ooit net zoveel van een ander kindje kan houden als van Boris. Ik weet dat elke vader en moeder dat heeft en dat vind ik dan wel weer een fijn idee. Het is één van de dingen die ervoor zorgt dat ik me écht moeder voel.
Wat ik wel een vreemd en soms ook naar idee vind is dat ik een tweede kindje ook echt de liefde kan geven die ik Boris nooit heb kunnen geven. Natuurlijk wel toen hij in mijn buik zat, maar niet daarna. Alsof Boris niet goed genoeg zou zijn geweest, en alsof ik hem tekort doe. Natuurlijk weet ik dat dit niet zo is, en uiteindelijk zal ik maar al te graag mijn liefde en zorg geven aan een kindje dat hopelijk heel erg lang zal leven, maar nu voelt het nog een beetje gek. Ik heb alleen maar Boris, en aan hém wil ik al mijn liefde en zorg geven ook al kan dit helaas niet...
Toch begin ik ernaar uit te kijken. Mijn buik voelt letterlijk leeg. Omdat ik Boris mis, maar ook omdat ik het gevoel van hoop en zin hebben in de toekomst mis. Ik kijk ernaar uit om mooie plannen te maken voor ons gezin, want dat voelt nu nog allemaal heel pijnlijk en verdrietig.
Ik hoop dat mijn droom ooit gaat uitkomen, en ik probeer erop te vertrouwen dat dit uiteindelijk ook gaat gebeuren. Niet de droom om moeder te worden, want dat ben ik al, maar wel de droom om voor een kindje te zorgen. Om een slapend kindje in te stoppen, en niet de kleertjes van mijn overleden zoon. Hoewel ik dat met alle liefde doe! Want Boris is en blijft mijn eerste prachtige mooie zoon. Het liefste ventje die mij een échte moeder maakte…
★