Ik denk dat ik mezelf mis. Het klinkt waarschijnlijk een beetje gek, en ik weet het ook nog niet zeker, maar ik denk dat dat het is. Al een tijdje voel ik me een beetje onzeker en somber, niet zoals in ‘Niemandsland’, maar gewoon een beetje in de war. Niet depressief, maar wel licht neerslachtig. Ik merk dat ik moe ben, en leeg. Ik geloof niet dat ik ooit in mijn leven zo weinig energie heb gehad als op het moment. Het is al een tijdje zo, ik denk al ruim een jaar, maar nu ik het door begin te krijgen ben ik er eigenlijk wel klaar mee.
Ik denk dat ik mezelf mis. Ik ben al zo lang bezig met het ‘onzichtbare moederschap’, dat ik het soms even niet meer weet. Ik ben niet meer die rouwende moeder die ik een tijdje terug nog was omdat de tijd de ergste rouw heeft afgezwakt, maar ik ben ook nog niet de moeder die kan zorgen voor haar tweede kind. Misschien moet ik wel wennen aan de nieuwe ik, en is mezelf missen wel logisch maar niet zo handig. Misschien is het wel tijd om te accepteren dat ik ben veranderd en niet meer de altijd vrolijke, optimistische, licht naïeve vrouw ben die ik was. Er is een stukje kapot gegaan en misschien maakt dat wel dat ik nu zo moe ben.
Natuurlijk ben ik nog steeds mezelf. Ik hou nog van dezelfde dingen en heb nog dezelfde lieve mensen om me heen, maar ik ben een beetje aan het verdwalen in mijn eigen hoofd. Ik ben lusteloos en de zwangerschap valt me lichamelijk erg zwaar. Ik snak naar energie, vrolijke gedachten en vooral naar een moment waarop ik me weer even licht kan voelen. Gaat een beetje lastig natuurlijk met zo’n grote buik, maar ik bedoel in mijn hoofd. Ik verlang ernaar om gewoon te ‘zijn’. Gewoon Anja, gewoon zoals ik ben, of misschien wel zoals ik was.
Begrijp me niet verkeerd, ik zou nooit meer terug willen. Simpelweg omdat dit zou betekenen dat ik geen moeder zou zijn geworden. En dan zou ik niet de allermooiste zoon van de wereld hebben gekregen. Nee, mijn lieve Boris was én is een prachtig kado, en dus wil ik de tijd ook niet terugdraaien. Ja eventjes naar toen hij nog in mijn armen lag, zodat ik weer even kon voelen hoe zacht hij was, even zijn neusje aan kon raken en naar hem kon kijken. Want hij was zo mooi…
Ik heb gevoeld dat ik weer gelukkig kan worden. Dat voel ik nog steeds en soms is het ook al een beetje zo, maar dat is dan maar voor even. Ik weet dat Ad het ook heeft. Geluk is nog aanwezig in ons leven, maar het gemis is nog te groot voor een volledig gevoel van geluk. En omdat ik nu zo moe ben, en mezelf een beetje mis, lijkt het af en toe weer even zo ver weg.
Gelukkig heb ik een mooi heerlijk nieuwe mensje in mijn buik. Het fijne getrappel dat ik geregeld voel van binnen maakt dat het geluk wel binnen mijn vizier blijft, en dat is fijn.
Maar mis ik wel echt mezelf? Of mis ik eigenlijk gewoon Boris? Dat de dood iets fundamenteels in mij veranderd heeft is logisch, maar naast dat ik iets heb verloren heb ik ook iets gekregen. Ik heb veel geleerd in de afgelopen tijd en ik ben blij met dat ik een moeder mag zijn, dat voelt echt als een verrijking. En wie weet krijg ik over een tijdje weer wat meer van de vrolijke optimistische en energieke ‘ik’ terug.
Dat ik Boris mis weet ik zeker. Elke dag mis ik mijn allermooiste zoon. En ook al denk ik niet de hele dag aan hem, het gat is altijd aanwezig. Ook de liefde gelukkig! Want wat heb ik veel liefde voor mijn mooie zoon… Ik heb veel liefde gekend in mijn leven, vooral bij mijn allerliefste man, maar de liefde voor mijn zoon is iets nieuws. Iets prachtigs unieks, een liefde die me heeft laten zien wat het allerbelangrijkst is in het leven.
Misschien mis ik mezelf wel niet echt. Maar moet ik wennen aan mijn ‘nieuwe’ leven. Een leven zonder prachtige zoon die er wel had moeten zijn. Een leven waarin ik heus nog wel mezelf ben, maar waarin ik nog wel een beetje tijd nodig heb.
Ik ben gewoon zo moe… Ik wil even niet meer denken, ik wil even niet meer de moeder van een dode zoon zijn. Ik wil even mezelf zijn, licht in mijn hoofd, rustig, en met een lieve kleine vent met krulhaar op schoot van ruim één jaar. En dat is wat ik mis…